Schotelantenne huurder verboden

Een VvE hoeft zijn dak niet beschikbaar te stellen voor het plaatsen van schotelantennes door huurders. Een beroep op artikel 10 EVRM zal een huurder niet baten. Een grondrecht, zoals het recht op vrije nieuwsgaring, kan door andere rechten beperkt worden en is niet absoluut!

De casus.

Een woningcorporatie verhuurd vanaf 2009 een woning aan een huurder. Deze huurder wil graag onder meer Marokkaanse zenders ontvangen. Daarvoor plaatst hij een schotelantenne op het dak van de flat.

In de huurovereenkomst is het volgende overeengekomen:

“Indien het gebouw of het complex waarvan de woning deel uitmaakt, is of wordt gesplitst in appartementen, is de huurder op grond van wettelijke regelingen verplicht de uit de splitsingsakte, statuten, regelementen en besluiten voortvloeiende voorschriften in acht te nemen en op te volgen, nadat Ymere die verplichtingen heeft meegedeeld.”

In 2011 wordt het pand gesplitst in appartementsrechten. In de splitsingsakte wordt opgenomen:

“Het zichtbaar aanbrengen in of aan het gebouw van (…) (schotel)antennes (…) mag slechts geschieden met toestemming van de vergadering of volgens regels te bepalen in het huishoudelijk reglement.”

Na een aantal lekkages besluit de VvE in 2013 om geen schotelantennes op het dak meer toe te staan. Op verzoek van de woningcorporatie verwijdert de huurder de schotelantenne. Kort daarop verzoekt de huurder aan de woningcorporatie om alsnog een schotelantenne op het dak te mogen plaatsen, waarop de woningcorporatie het verzoek afwijst.

Een onderzoeksbureau onderzoekt vervolgens in opdracht van de woningcorporatie of er mogelijkheden zijn om de gewenste zenders via een schotelantenne op het balkon te kunnen ontvangen. Dit bureau komt tot de conclusie dat die mogelijkheden er niet of nauwelijks zijn.

Hoger beroep.

De kantonrechter heeft in eerste aanleg de vordering van de huurder om de verhuurder te dwingen alsnog toestemming te verlenen tot het plaatsen van een antenne op het dak afgewezen.

Of een verhuurder zijn eigendom, dat niet tot het gehuurde hoort, alsnog ter beschikking moet stellen van de huurder om het grondrecht van de huurder te beschermen, is een vraag die het hof in hoger beroep niet beantwoord. Ook laat het hof in het midden of de verhuurder daartoe verplicht zou zijn, nu het dak niet alleen van de verhuurder is, maar van de gezamenlijk eigenaars, waar de verhuurder slechts een mede-eigenaar is.

Grondrecht art. 10 EVRM niet absoluut

Het hof overweegt:

“3.6 Het hof stelt voorop dat ook een fundamenteel recht als het recht op vrije nieuwsgaring niet absoluut is. Het tweede lid van artikel 10 EVRM bepaalt dat dit recht kan worden beperkt onder meer ter bescherming van de rechten van anderen. In dit geval doet Ymere een beroep op bescherming van haar eigendomsrecht en de belangen van de andere bewoners in het pand waarvoor zij verantwoordelijk is. Tevens stelt zij dat er een voldoende gelijkwaardig alternatief voorhanden is voor [appellanten] Het komt derhalve aan op een weging van de over en weer gestelde belangen.”

Er dient dus een belangenafweging plaats te vinden tussen enerzijds de belangen van de woningcorporatie op het eigendomsrecht en de belangen van de overige eigenaars en anderzijds de belangen van de huurder.

Het hof overweegt:
“Het hof oordeelt dat deze belangenafweging in het voordeel van Ymere uitvalt en overweegt daartoe het volgende. Ymere heeft gesteld dat het plaatsen van schotelantennes de kans op lekkages vergroot. In 2013 heeft zich daadwerkelijk op het dak van het appartementsgebouw een lekkage voorgedaan als gevolg van een of meer van de aanwezige schotelantennes, hetgeen heeft geleid tot de beslissing van de VvE om schotelantennes op het dak niet toe te staan. Dat was ook het moment dat Ymere de aanwezigheid van de schotelantenne van [appellanten] ontdekte en zij de verwijdering daarvan heeft verzocht. Weliswaar is deze lekkage betwist door [appellanten] , maar in het licht van de gemotiveerde stellingen van Ymere konden [appellanten] niet volstaan met een kale betwisting, zodat daaraan voorbij gegaan zal worden. Ook is door [appellanten] niet weersproken dat plaatsing van schotels op het dak in het algemeen het risico op lekkage vergroot.

Verder heeft Ymere toegelicht dat de plaatsing van schotels op het dak veelal gepaard gaat met gevaarlijk gedrag van bewoners die, wanneer zich gebreken voordoen, zelf het dak op gaan om die gebreken te verhelpen om zich zo de kosten van een professional te besparen. Ymere kan zich de daarmee gepaard gaande risico’s als mede-eigenaar en beheerder van het appartementsgebouw niet permitteren, zo stelt zij.”

Dit belang van de woningcorporatie op bescherming van zijn mede-eigendom (het dak) tegen beschadigingen en gevaarzetting weegt zwaarder dan het grondrecht van de huurder.

Gelijkwaardig alternatief.

Vervolgens dient nog een afweging gemaakt te worden, namelijk of er een voldoende gelijkwaardig alternatief is. In tegenstelling tot wat de huurder vindt, namelijk dat dit alternatief ‘minstens gelijkwaardig’ dient te zijn, vindt het Hof dat aan de voorwaarde van een voldoende gelijkwaardig alternatief ook is voldaan als het alternatief niet geheel aan de wensen van de huurder voldoet. De woningcorporatie geeft aan dat via internet veel zenders ontvangen kunnen worden die lijken op de zenders die huurder wil ontvangen. De huurder geeft aan dat hij daarvoor een ‘duur’ abonnement nodig heeft (€17,50 per maand), hetgeen hij niet kan betalen. Het Hof beslist daarop dat er voldoende alternatieven voorhanden zijn, en dat deze belangenafweging in het voordeel van de woningcorporatie uitvalt:

“Het hof concludeert dat [appellanten] een gedeelte van het jaar via de schotelantenne op het balkon alle gewenste zenders kunnen ontvangen en de rest van het jaar op andere wijze kennis kunnen nemen van een zeer groot aanbod aan Arabische zenders, zodat in dat opzicht sprake is van een voldoende gelijkwaardig alternatief. De stelling dat zij niet in staat zouden zijn het daarmee gepaarde gaande abonnementsgeld te betalen wordt verworpen bij gebreke van enig door [appellanten] gegeven inzicht in hun inkomens- en vermogenspositie.”

Geen toestemming tot aanbrengen schotelantenne

Zodoende is de beslissing van het Hof geen verrassing meer: de vordering van de huurder om alsnog een schotelantenne op het dak te mogen plaatsen wordt afgewezen. Een beroep op het grondrecht uit artikel 10 EVRM kan de huurder niet baten.

Hoewel veel eigenaars en VvE’s schrikken als er gerept wordt van grondrechten, is een grondrecht niet absoluut, zo blijkt uit de hier behandelde uitspraak. De VvE kan mits goed gemotiveerd zeker optreden tegen het plaatsen van schotelantennes en hoeft zeker niet altijd deze te faciliteren.

Wat opvalt aan deze uitspraak, is dat het verbod op het aanbrengen van een schotelantenne pas is ontstaan, nadat de huurder de huurovereenkomst is aangegaan en nadat het flatgebouw is gesplitst in appartementsrecht. Wat de woningcorporatie helpt, is dat in de huurovereenkomst is opgenomen, dat de huurder gebonden zal zijn aan de bepalingen van het splitsingsreglement, als het flatgebouw in de toekomst op enig moment gesplitst zal worden. Hieruit blijkt, dat rechten van zittende huurders ook niet altijd absoluut zijn en ook na het aangaan van de overeenkomst beperkt kunnen worden door veranderde omstandigheden.

Meer informatie nodig over het al dan niet verbieden van schotelantennes? Neem contact op via het contactformulier of via de telefoon: 06-15003207!

Uitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2017:1457.