Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV) en de VvE
De Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV) is van belang voor de VvE. Vele van jullie weten dat (hopelijk) al. Niet zolang geleden is er een belangwekkende uitspraak gedaan over de WAV en de gevolgen voor de VvE. Met deze uitspraak kan de VvE de gevolgen van de WAV voor zichzelf (blijven) beperken.
WAV
De Wet Arbeid Vreemdelingen steekt een stokje voor illegale arbeiders, dit zijn buitenlandse werknemers die zonder de vereiste papieren, zoals een tewerkstellingsvergunning of een geldig paspoort, in ons land aan het werk zijn. De WAV regelt dat alle werkgevers moeten controleren of aan alle vereisten is voldaan. Zo niet, dan kan de Inspectie SZW van het Nederlandse ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een boete opleggen.
Werkgever
Ik hoor het u zeggen: de VvE is toch geen werkgever? Nee, dat klopt. In de meeste gevallen is de VvE de opdrachtgever. Maaaaarrrrr, voor zover het gaat om de WAV en de verplichtingen die daarin zijn opgenomen, geldt dat de opdrachtgever (de VvE) ook als werkgever wordt aangemerkt. Dat betekent, dat als een opdrachtnemer van de VvE de papieren niet op orde heeft of de controle niet (goed) heeft uitgevoerd en er is een werknemer ingeschakeld, die niet aan alle vereisten voldoet, dan kan de VvE daar ook voor beboet worden. Niet alleen de VvE kan op deze manier beboet worden, ook alle andere schakels in de keten lopen dit risico, van degene die de werknemer feitelijk tewerk gesteld heeft tot aan de hoofdaannemer en alle tussenliggende schakels.
Controles
In mijn ogen is dit een monstrum van een regeling: de VvE heeft niet de mogelijkheden of de kennis&kunde om deze controles uit te voeren bij alle personen die in, op, aan of rond het gebouw werkzaamheden verrichten. De opdrachtnemers/werkgevers zijn meer ingericht om dit te doen. Waarom dan toch de VvE hiervoor verantwoordelijk houden? Maar ja, voorlopig moeten we het met de WAV en de gevolgen hiervan doen.
Hoe kunt u het risico verminderen?
Het risico op een boete van de Inspectie SZW is niet te voorkomen. Maar dit risico kan wel beperkt en verlegd worden. De VvE zal in al zijn overeenkomsten moeten opnemen dat de opdrachtnemer zorgdraagt voor de juiste papieren en vergunningen. Mocht hij dit nalaten of niet op orde hebben en er wordt daardoor een boete opgelegd, dan zal de opdrachtnemer dit moeten vergoeden aan de VvE. De opdrachtnemer wordt hierdoor dubbel gestraft: hij krijgt hoogstwaarschijnlijk zelf een boete en moet de boete die de VvE heeft gekregen ook betalen aan de VvE.
Zo’n bepaling voorkomt niet dat de VvE een boete opgelegd krijgt, maar zorgt wel ervoor dat de gevolgen voor de VvE minimaal zijn. Het enige risico dat de VvE nu nog loopt, is het risico dat de opdrachtnemer failliet gaat en de VvE haar boete niet kan verhalen op de opdrachtnemer.
Prejudiciële vraag
Vorig jaar bepaalde een rechtbank dat zo’n bepaling waarin de boete wordt doorgeschoven (verhaalsbeding) niet geldig zou zijn. De bepaling zou een verkeerde prikkel geven en in strijd zijn met de strekking van de WAV. Het hof heeft in hoger beroep aanleiding gezien om ‘prejudiciele vragen’ te stellen aan de Hoge Raad. Daarmee vraagt het Hof aan de Hoge Raad om alvast een oordeel te geven over de vraag die het Hof heeft, zodat het Hof met het antwoord een beslissing kan nemen die in lijn ligt met de visie van de Hoge Raad.
Uitslag
De Hoge Raad heeft eind 2015 bepaald, dat zo’n verhaalsbeding niet in strijd is met de wet en daarmee wel degelijk is toegestaan. Zo kan de VvE het risico dat zij loopt inzake de WAV verleggen naar de opdrachtnemer of in ieder geval het risico zo veel mogelijk verkleinen.
Wilt u een dergelijke bepaling neem dan contact met mij op: 06-1500 3207 of mail@schuursadvies.nl.
Volledige uitspraak: ECLI:NL:HR:2015:3568
Ook gepubliceerd op VvEAdvies.nl